Het is niet precies duidelijk hoe de familie Frank is verraden. Heeft een van de magazijnmedewerkers ze gehoord? Of hebben de buren gemerkt dat er onderduikers in het pand zaten?

Maar het meest voor de hand liggend is om de verrader te zoeken bij het personeel van Opekta, het bedrijf van Otto Frank grenzend aan het Achterhuis. Het kantoorpersoneel was natuurlijk volledig op de hoogte omdat deze vier mensen voor het eten zorgden. De medewerkers in het magazijn op de begane grond waren niet ingelicht want dat was een te groot risico. Zij vormden voor de onderduikers dan ook het grootste gevaar: 'Zouden ze niets merken?'

De onderduikers zijn vooral bang geweest voor een van hen: magazijnchef Willem van Maaren. Hij was een erg nieuwsgierig man. Hij vermoedde dat er 's avonds mensen in het magazijn kwamen, dus hij heeft een valstrikken gemaakt om te kijken of er ‘s avonds mensen in het magazijn kwamen. Op een dag merkten de onderduikers hij een valstrik heeft uitgezet in het magazijn: op de hoeken van de tafels liggen papieren die er afvallen als je er langs loopt. Iedereen vindt Van Maaren een onbetrouwbare man. Willem van Maaren is verdachte in twee onderzoeken naar het verraad van de onderduikers, in 1948 en 1963. Maar er is nooit voldoende bewijs gevonden.